Het proeven van wijn

Wijnproeven hoe doe je dat eigenlijk? Uiteraard met je zintuigen. Deze dien je goed te leren gebruiken om de verschillende aspecten te analyseren. Gelukkig is het met wijn hetzelfde, oefening baart namelijk kunst. Dus hoe vaker je ruikt, proeft of er naar kijkt, hoe meer je er van leert.

Tijdens het proeven of ruiken is het goed om het eea bij te houden door middel van een formulier. Wat zie je precies? Hoe is de geur en hoe smaakt de wijn. Dit kan je ook weer onder verdelen in verschillende gradaties. Daarover later meer. Op een dergelijk formulier kun je nauwkeurig opschrijven wat je ervaart qua geur smaak en kleur. Na een aantal keren dit te hebben gedaan begin je er steeds meer gedreven in te worden en krijg je een voorkeur. Na de eerste proefbeurt zal je zoet, zuur, bitter, kunnen onderscheiden.

Kleur

Laten we beginnen met de kleur. Om de kleur goed te kunnen bepalen, gebruik je een mooi en schoon glas. Pak een glas dat erg dun is zodat je makkelijker kunt drinken. Zorg er voor dat het glas goed schoon is en er geen vreemde geuren uitkomen. Desnoods was je hem nog een keer met lauw water.

Vervolgens schenk je een scheutje wijn in het glas en houd je het ietwat schuin en tegen het licht. Zowel voor rood, wit als rosé is deze handeling hetzelfde.Eigenlijk maakt het niets uit welke wijn het betreft.
Wat vaak ook helpt, is om het glas in het licht te houden, zodat je beter kunt zien of de wijn helder is en wat de kleur precies is. Verder laat je de wijn walsen in het glas.

Volgende keer bespreken we hoe je het best de geur kunt herkennen en waar je op moet letten.